Rini
Leefsma-Nagtegaal
beeldend kunstenaar
Gouda, 19 september 1915 - Gouda, 23 augustus
1995
Tijdens haar middelbare schooltijd begon zij
met schrijven en illustreren, onder meer voor
het Nederlands Padvindersgilde.
Na de HBS bezocht zij in 1937 de Koninklijke
Academie in Den Haag en kreeg daar onder meer
les van Paul Citroen, Sierk Schrōder, Willem
Rosendaal en Aart van Dobbenburg.
Gedurende de oorlog woonde en werkte zij in
Blaricum, een bewogen tijd waarin zij haar
toekomstige man leerde kennen: Nathan Leefsma.
Zij trouwden na de bevrijding en vanaf toen zou
zij signeren met 'Rini Leefsma-Nagtegaal', of
simpelweg RLN, in kleine kapitalen.
In de jaren ‘60 kwam haar productie goed op
gang. Het werken in de natuur, het rivierenland
in de Krimpenerwaard, bossages in Limburg en de
Achterhoek, het plassengebied bij Reeuwijk, werd
een specialiteit. Olieverven; aquarellen;
tekeningen; etsen en houtsneden, iedere techniek
wendde zij aan om haar passie voor het landschap
vorm te geven. Tegelijkertijd begon zich een,
altijd latent aanwezige, sprookjesachtige
techniek te manifesteren. Vanuit de frottage
techniek komen een veelheid aan dieren, gnomen
en absurde combinaties daarvan, te voorschijn.
Haar laatste jaren kenmerkten zich door
bedlegerigheid, maar ook door een ononderbroken
werklust en discipline. Hiervan getuigen de vele
tekeningen die zij - uit praktische overwegingen
- maakte met kleurpotlood. Verf in bed was
lastig.
In het voorjaar van 2004 was in de Stedelijke
Musea te Gouda een overzichtstentoonstelling van
haar werk. Het archief, kunstcentrum Burgvliet,
de Kunstuitleen en de Kunstkamer haakten in op
deze gelegenheid en lieten verschillende
aspecten van haar werk zien
|